De metafysische intuitie

Voor de liefhebber van oosterse spirituele filosofie is de metafysische intuïtie een uitstekende inleiding tot de vedanta, de filosofie van het hindoeïsme.

Aan de hand van twee belangrijke teksten uit de vedanta traditie, de Bhagavad Gita en de Mandukya Upanishad, leidt de auteur, Swami Siddheswarananda, de lezer langs de belangrijkste thema’s van de vedanta filosofie, zoals: de dialectiek van het bestaan, de drie bewustzijnstoestanden, de transcendente werkelijkheid, en de realisatie van de non-dualiteit. Hierbij citeert hij uit het leven en werk van Meister Eckhart, Shankara, Ramana Maharshi, Ramakrishna, Hubert Benoit en anderen.

Op heldere wijze maakt de Swami duidelijk, hoe met name de filosofie van de advaita vedanta op twee metafysische pijlers berust, namelijk op die van de ondeelbaarheid en de ongeborenheid van het bestaan.

Eeuwen geleden was het Gaudapada, die als eerste deze basisprincipes van de advaita filosofie op een logische manier in zijn uiteenzetting van de Mandukya Upanishad had vastgelegd. Daarom is zijn beroemde karika, hier in de vertaling van Swami Gambhirananda, eveneens in deze uitgave opgenomen.

Swami Siddheswarananda (1897-1957) en Swami Gambhirananda (1899-1988) waren beiden monnik van de Ramakrishna Orde van India.