Cariben
15.00

Op werkdagen voor 23:00 uur besteld, volgende dag thuisbezorgd.

Cariben – Een gebied waar culturele veelkleurigheid de regel is, vraagt om een nummer waarin verscheidenheid de boventoon voert. Aan die eis geeft de redactie met dit nummer gehoor. Het bevat werk van hedendaagse schrijvers uit het Caribisch gebied, die in Nederland hooguit incidenteel op aandacht kunnen rekenen, zoals de Dominicaanse Rita Indiana, de Cubaanse Nara Mansur, de Haïtiaanse Jean Dany Joachim, en de uit St. Lucia afkomstige jonge dichter Vladimir Lucien. Tegelijk bevat het nummer werk van schrijvers die om welke reden dan ook in de krochten van de geschiedenis verdwenen, zoals de dichteres Johanna Schouten-Elsenhout (1910-1992), ingeleid en hertaald door Antoine de Kom. Maar ook andere belangwekkende Surinaamse dichters als Trefossa en Michaël Slory komen aan bod. Poëzie van die laatste verschijnt hier in Friese vertaling, en die keuze heeft een voorgeschiedenis: in zijn bijdrage gaat Eeltsje Hettinga in op de onvermoede historische band tussen het Friese literaire blad De Tsjerne en het Surinaamse literaire veld. Gastredacteur van het thematische dossier is Matthijs Ponte.

Behalve een Caribisch dossier bevat het nummer ook een royaal deel dat niet met het Caribisch gebied is verbonden. Zo zijn er twee uitlopers van het Theater-nummer van Terras te vinden: een essay van Erwin Jans over de talloze ‘nieuwe Antigones’ door de eeuwen heen, tot aan het schrijnend actuele project Antigone im Amazonas van Milo Rau, en een verzameling minidrama’s: gereduceerde taaltableaus die, aldus een van de stellingen van de geestelijk vader van het genre Karlheinz Braun, niet draaien om de realisering maar om het idee. Schrijvers als Gustaaf Peek, Renée van Marissing, K. Michel en Laura Broekhuysen nemen hier de proef op de som. In het niet-thematische deel is verder de bijzondere speech ‘Problemen bij het schrijven van een ode aan de Stille Oceaan’ te vinden van de Argentijnse Sergio Raimondi, een pleidooi voor eclectische boekenplanken, want je kunt poëzie niet los zien van grondstofprijzen. Cora-Lisa Sütő schreef over het lot van de Hongaarse dichter Miklós Radnóti en zijn notitieboekje uit Bor en vertaalde er vier gedichten uit die hij in 1944 schreef, in een werkkamp en tijdens de dodenmars die zijn einde betekende.

Met verder bijdragen van Henk Pröpper, Franzobel, Astrid Lampe, Henri Michaux, Fiep van Bodegom, Bård Torgersen, Nanne Timmer, Roelof ten Napel, José-Miguel Ullán, Caro Van Thuyne en vele anderen.

0 | 0

  • : Stichting Iwosyg
  • : Stichting Iwosyg
  • : 9789492068439
  • : Nederlands
  • : Paperback
  • : 192
  • : juni 2020
  • : 423
  • : 243 x 173 x 17 mm.
  • : Terras
  • : Dagboeken, brieven en tijdschriften; Fictie: algemeen en literair; Kortverhalen; Moderne en hedendaagse fictie