Kees Stip is de puntdichter bij uitstek. Uit zijn duizenden gedichten maakte liefhebber en kenner Ivo de Wijs, bijgestaan door Jaap Bakker, een ruime selectie. Deze bundel
Puntgaaf telt veel verzen van topkwaliteit die niet eerder in boekvorm verschenen zijn. Kees Stip (1913–2001) studeerde klassieke letteren en debuteerde als onderduiker in 1943 met ‘Dieuwertje Diekema’, een persiflage op ‘Mária Lécina’ van J.W.F. Werumeus Buning, die anoniem en illegaal verspreid werd. Het was het begin van een grote carrière als puntdichter, met talloze virtuoze korte gedichten waarin vaak dieren en plaatsnamen figureerden. Na de oorlog was hij werkzaam voor onder meer
de Volkskrant en
NRC Handelsblad, en was hij redacteur van het Polygoonjournaal. Bovendien was Stip actief als scenarioschrijver van films voor de Rijksvoorlichtingsdienst en schreef hij teksten voor de radio en de reclame. In 1951 begon hij voor
de Volkskrant nonsensicale dierenverzen te schrijven onder het aan Multatuli ontleende pseudoniem Trijntje Fop. Deze gedichten werden samengebracht in
De dierkundige dichtoefeningen van Trijntje Fop (1955). In de decennia daarna publiceerde Stip nog acht van dergelijke bundels. Hij schreef daarnaast nogal wat maatschappijkritische sonnetten, onder andere gebundeld in
Een kind met kikkerpoten (1987). Zijn verzamelde gedichten werden in 1993 uitgebracht onder de titel
Lachen in een leeuw.

