Tonnus Oosterhoff

Tonnus Oosterhoff

Tonnus Oosterhoff (1953) debuteerde in 1990 met de gedichtenbundel Boerentijger, waarvoor hij de C. Buddingh'-prijs kreeg. In 1991 volgde zijn prozadebuut met de verhalenbundel Vogelzaken en in 1993 zijn tweede dichtbundel De ingeland. In 1994 verschen de roman Het dikke hart, over de Groningse schilder Gerrit van Houten. Het veelgeprezen en ook in het Duits (bij Berlin Verlag) verschenen boek werd bekroond met de Multatuliprijs. Zijn tweede verhalenbundel Kan niet vernietigd worden (1996), werd ook zeer lovend ontvangen door de pers. Een jaar later verscheen de dichtbundel (Robuuste tongwerken), een stralend plenum (1997), gevolgd door de essaybundel Ook de schapen dachten na (2000).

Oosterhoff verstoort consequent het verhalende en betogende, en hij laat zijn personages over aan verwarring, hevige emoties en onthechting van hun dagelijks leven. In een Po�ziekrant-enquete onder dichters en critici werd hij verkozen tot de belangrijkste debutant van het afgelopen decennium. Ook onder de nieuwste lichting dichters geniet hij grote bewondering. Bij zijn derde, met de VSB bekroonde dichtbundel Wij zagen ons in een kleine groep mensen veranderen (2003), worden gedichten geschreven, doorgestreept en weer hernomen voor het oog van de lezer. Op de bijgeleverde cd-rom kan men de gedichten op het beeldscherm van gedaante zien veranderen: regels verschijnen, veranderen en verdwijnen.

In de vier verhalen die Dans zonder vloer (2003) vormen, staat het verlies van geheugen centraal, en hoe dat de waarneming - en ook de werkelijkheid - be�nvloedt. Een hoogtepunt hieruit is het lange verhaal IJlroman/Oubaan', dat eveneens een schrijver als hoofdfiguur heeft. In 2006 werden de eerste vier dichtbundels van Oosterhoff integraal herdrukt (inclusief CD) als Hersenmutor. Gedichten 1990-2005. Zijn nieuwste dichtbundel Ware Grootte (2008) werd wederom juichend ontvangen.

De dichter Tonnus Oosterhoff krijgt de P.C. Hooft-Prijs 2012 voor zijn oevre.